Vernieuwbouw en BTW: baanbrekend arrest van Hof van Beroep Gent

Gepubliceerd door IVV op

De verkoop van vastgoed kan -mits een aantal voorwaarden vervuld zijn- gebeuren met toepassing van BTW. Eén van de voorwaarden is dat het om een “nieuw” gebouw moet gaan. Een opgericht gebouw is “nieuw” voor BTW-doeleinden tot 31 december van het tweede jaar na het jaar van de eerste ingebruikname.

Gerenoveerde gebouwen worden volgens het standpunt van de BTW-Administratie slechts als  “nieuw”, of als “vernieuwbouw” aanzien in een tweetal gevallen. Ofwel ondergaat het gebouw “ingrijpende wijzigingen in zijn wezenlijke elementen” (dus in de aard, de structuur, of de bestemming van het gebouw). Ofwel gaat het om belangrijke verbouwingswerken waarvan de kostprijs minstens 60% bedraagt van de verkoopwaarde van het vastgoed na de verbouwingswerken.

In een recent arrest van 22 november 2022 heeft het Hof van Beroep van Gent deze beide administratieve criteria verworpen, wegens gebrek aan een wettelijke basis. Het Hof oordeelt in het concrete geval van een vernieuwbouw die voorlag, door zich te baseren op de Europese rechtspraak in het arrest Kozuba van 16 november 2017. In dit arrest beschouwen de Europese rechters als fundamenteel criterium voor vernieuwbouw inzake BTW: “veranderingen van betekenis die zijn bedoeld om het gebruik van het gebouw te wijzigen of om de omstandigheden waaronder het wordt betrokken, ingrijpend aan te passen”.

De BTW-Administratie is niet in cassatie gegaan tegen de uitspraak van het Hof van Beroep van Gent. Deze rechtspraak is dus definitief.

Voor alle lopende of nieuw op te starten renovatieprojecten is deze rechtspraak uitermate van belang, en kan gerust als “baanbrekend” worden beschouwd. Wij helpen U graag inschatten wat het concrete effect op Uw project is.

Geert De Neef
Partner Lydian
E. Geert.deneef@lydian.be
m. +32 490 66 09 00

Categorieën:

IVV

Het IVV is een kenniscentrum en contactenplatform die haar leden begeleidt bij hun vastgoedinvestering.